Het incident en de directe gevolgen
Volgens een insidebron in Kiev heeft Oekraïne voor het eerst een Russische olietanker in de Middellandse Zee aangevallen. Het schip, getraceerd als de Qendil, heeft tijdens de aanval volgens de Oekraïense veiligheidsdienst (SBU) ernstige schade opgelopen. De tanker zou onderdeel zijn van de zogenoemde ‘schaduwvloot’ van Rusland, een verzamelnaam voor een groep verouderde schepen die volgens Kiev wordt ingezet om grote hoeveelheden ruwe olie te exporteren, ondanks de internationale sancties.
De aard van de aanval en de locatie
De Oekraïense bronnen melden dat de aanval plaatsvond in neutraal water meer dan 2000 kilometer uit de Oekraïne. Oekraïense drones zouden het schip hebben getroffen, daarbij stelde de bron dat de tanker op dat moment leeg was. De vernietiging van het schip wordt door Kiev beschouwd als een legitieme actie onder internationaal recht, omdat het volgens Oekraïne werd gebruikt om sancties te omzeilen en geld te verdienen voor de oorlog tegen Oekraïne.
Reacties uit Rusland
Vladimir Putin, de Russische president, sprak zich tijdens een live-uitzending uit over de aanval. Hij beweerde dat de levering van olie hierdoor niet zou worden verstoord en kondigde aan dat Rusland als reactie zou handelen, waarbij het verklaarde dat het regelmatig met ‘veel sterkere treffers’ zou reageren op Oekraïne. Daarnaast waarschuwde hij voor elke dreiging die tot een blokkade van Kaliningrad, de Russische exclave aan de Baltische Zee, zou leiden. Putin stelde dat een dergelijke maatregel zou leiden tot een ongekende escalatie en mogelijk een internationaal conflict op grote schaal.
De context en de internationale reactie
Analist Michael Clarke van Sky News suggereerde dat de schade die Oekraïne claimde aan de tanker waarschijnlijk realistisch was. Hij merkte op dat Oekraïne duidelijk het gevoel heeft dat dergelijke operaties gegrond kunnen worden verklaard. Tegelijkertijd kondigde de Europese Unie aan dat het een lening van 90 miljard euro zonder rente aan Oekraïne zou verstrekken, bedoeld om de defensiecapaciteiten van Kiev aanzienlijk te versterken. Echter, volgens de Internationale Monetaire Fund (IMF) heeft Oekraïne naar schatting 137 miljard dollar nodig om operationeel te blijven.
De bredere geopolitieke implicaties
Oleksandr Merezhko, voorzitter van de commissie buitenlandse zaken in het Oekraïense parlement, stelde dat het nodig is dat de agressor wordt gestraft en dat bevroren Russische tegoeden in Europa moeten worden gebruikt om de verdediging van Oekraïne te financieren. Hij benadrukte dat Kiev vastbesloten is door te blijven vechten en dat het gebruik van deze middelen een kwestie van rechtvaardigheid is.



