De beweringen van de oppositieleider over buitenlandse aanwezigheid in Venezuela
De Venezolaanse oppositieleider en Nobelprijswinnaar voor de vrede, Maria Corina Machado, heeft verklaard dat haar land al «een invasie heeft doorgemaakt» toen de vraag opkwam of ze de Amerikaanse invasie zou steunen. Tijdens een persconferentie in Oslo, kort na de ontvangst van de prestigieuze prijs, stelde Machado dat internationale actoren momenteel actief zijn in Venezuela en dat het land niet recentelijk, maar al geruime tijd onder invloed staat.
Volgens haar zitten er Russische en Iraanse agenten in het land, naast terroristische groeperingen zoals Hezbollah en Hamas die volgens haar vrij opereren in overeenstemming met de Venezolaanse regering. Ze voegde toe dat Colombiaanse guerrillagroepen en drugskartels inmiddels meer dan 60 procent van de Venezolaanse bevolking controleren, niet alleen betrokken bij drugshandel, maar ook bij mensenhandel en prostitutie. Dit alles, zo stelde Machado, heeft Venezuela getransformeerd tot het criminele centrum van de Amerika’s.
De aard van de financiering en de noodzaak tot het stoppen van deze activiteiten
Machado benadrukte dat deze illegale activiteiten worden gefinancierd door drugshandel, illegale oliehandel, wapenhandel en mensenhandel. Volgens haar moet de internationale gemeenschap de illegale(stromen) die hieruit voortvloeien, stoppen om de orde in Venezuela te herstellen.
Context rondom Amerikaanse acties in de regio
De uitspraken van Machado kwamen kort nadat de Verenigde Staten een olietanker in aantocht op de Venezolaanse kust hadden gekaapt. Deze actie maakt deel uit van een bredere poging van het Trump-regime om de druk op de regering in Caracas te verhogen. De VS heeft in de regio haar grootste militaire aanwezigheid in decennia opgebouwd en heeft verschillende dodelijke luchtaanvallen uitgevoerd op schepen die volgens Amerikaanse autoriteiten betrokken zijn bij drugssmokkel in het Caribisch gebied.
Machado’s publieke terugkeer en haar positionering
Maandagavond maakte Machado haar publieke optredens weer zichtbaar nadat ze die ochtend vanuit het balkon van het Grand Hotel in Oslo was vertrokken, nadat ze clandestien naar de Noorse hoofdstad was gereisd om haar Nobelprijs in ontvangst te nemen. Vanwege de onzekerheid over haar verblijfplaats werd de prijs op haar naam door haar dochter Ana Corina Sosa in ontvangst genomen.
De oppositieleider heeft haar prijs gedeeltelijk opgedragen aan de Amerikaanse president Donald Trump, die heeft verklaard dat hij zelf die eer verdiende. Zij heeft zich daarbij aangesloten bij voorstanders van een harde houding ten opzichte van de Venezolaanse president Nicolás Maduro, die volgens haar banden zou onderhouden met criminele groepen die een directe bedreiging vormen voor de nationale veiligheid van de Verenigde Staten, ondanks twijfels over de bewijswaarde van de Amerikaanse inlichtingendiensten.



