Onderzoekers vergelijken de vondst met “het ontdekken van een tropisch zaadje op de Noordpool”. Daarmee zetten ze vraagtekens bij wat we dachten te weten over het ontstaan van ons zonnestelsel.
De wetenschap struikelt soms letterlijk over verrassingen — en dat geldt zeker voor wat het Japanse team van de Universiteit van Hiroshima ontdekte op het oppervlak van de asteroïde Ryugu. Tijdens het analyseren van een minuscuul fragment stuitten zij op het mineraal djerfisheriet. En dit is bijzonder vreemd: volgens alle bestaande modellen hoort dit mineraal hier niet thuis.
Djerfisheriet bestaat onder meer uit ijzer, nikkel en kalium, en wordt normaal gesproken aangetroffen in zogeheten enstatiet-chondrieten: stenen die zijn ontstaan bij torenhoge temperaturen in het binnenste deel van het zonnestelsel. Ryugu echter — een koolstofrijke asteroïde — heeft zijn wortels juist in ijzige uithoeken, ver weg van de zon. De aanwezigheid van dit exotische mineraal op Ryugu zet dus onze bestaande theorieën over de vroege evolutie van het zonnestelsel volledig op scherp.
Door geavanceerde elektronenmicroscopie werd de djerfisheriet opgespoord in één specifiek deeltje: “grain 15” uit sample C0105-042. De ontdekking werd vastgelegd in het toonaangevende tijdschrift Meteoritics & Planetary Science. “Het is alsof je een tropisch zaadje in het Arctisch pakijs vindt,” zegt Masaaki Miyahara, een van de hoofdonderzoekers. Het geeft aan hoe uitzonderlijk deze vondst is — en hoezeer we onze ideeën over de vorming van koolstofrijke asteroïden moeten heroverwegen.
Twee tegenovergestelde scenario’s
Hoe komt djerfisheriet op Ryugu terecht? Het onderzoeksteam werkt aan twee hoofdtheorieën:
- Scenario 1: Ryugu heeft fragmenten opgenomen van andere hemellichamen uit compleet verschillende regio’s van het zonnestelsel.
- Scenario 2: Ryugu ontwikkelde intern ongewone chemische omstandigheden, waardoor het mineraal daar ter plekke kon ontstaan.
De onderzoekers geven een lichte voorkeur aan het tweede scenario — al moeten er nauwkeurige isotopenanalyses volgen om het bewijs rond te krijgen. Feit is: deze vondst wijst erop dat de thermische en chemische geschiedenis van asteroïden veel gevarieerder is dan werd aangenomen.
De missie gaat verder
De Hayabusa2-sonde — die in 2020 de Ryugu-stalen veilig naar aarde bracht — zet haar reis in ons zonnestelsel voort. Volgende halte? De piepkleine, snel roterende asteroïde 1998 KY26. Japanse en internationale wetenschappers kijken reikhalzend uit naar de geplande landing daar in 2031. Misschien werpt dat nieuwe licht op de diversiteit van het materiaal in het vroege zonnestelsel. Ik blijf het met belangstelling volgen — en wed dat ik niet de enige ben.
Kort samengevat: waarom is dit belangrijk?
- De vondst van djerfisheriet op Ryugu daagt bestaande ideeën over de formatie van het zonnestelsel uit.
- Suggestie van onverwachts complexe processen op ogenschijnlijk simpele hemellichamen.
- Mogelijk komen er de komende jaren nog meer verrassingen — wie weet zelfs uit ons eigen Nederlandse SRON-instituut, dat betrokken is bij meerdere ruimtemissies.
Zelf vind ik het verfrissend om te zien dat zelfs in 2025 de ruimte nog vol geheimen zit, en dat internationale samenwerking zo’n mooie ontdekkingen mogelijk maakt. Volg je het nieuws over Hayabusa2 en vergelijkbare missies? Vergeet dan niet deze pagina te bewaren of te delen met een mede-ruimtefanaat.