De bevindingen van het rapport over politie-misstanden
Volgens een rapport van het onafhankelijke politie-onderzoeksbureau (IOPC) zouden twaalf politieagenten tegenwoordig geconfronteerd worden met beschuldigingen van ernstig wangedrag. De onderzoekers benadrukken dat er talrijke tekortkomingen waren bij de politie vóór, tijdens en na de tragedie van Hillsborough. Desalniettemin is er niemand die verantwoordelijk wordt gehouden, wat door nabestaanden wordt beschouwd als een ‘bittere onrechtvaardigheid’.
De rol van de politie tijdens de ramp
Het rapport beschuldigt de politie van diepe zelfgenoegzaamheid, fundamenteel falen en een collectieve poging om de beschuldigingen op fans te schuiven tijdens en na het incident. De IOPC heeft veertien jaar gewerkt aan de grootste onafhankelijke onderzoeken naar vermeende politie-fouten en strafbaarheid. Onder de genoemde officieren bevindt zich de toenmalige korpsbeheerder van South Yorkshire Police, die volgens het rapport mogelijk voor een groot wangedrag had moeten worden vervolgd, zolang hij nog in functie was. Ook de commandant van de bewuste dag, hoofdinspecteur David Duckenfield, wordt genoemd.
De ramp en de context ervan
Hillsborough blijft tot op heden de ergste ramp in de sportwereld van Groot-Brittannië. Op 15 april 1989 vond tijdens de halve finale van de FA Cup in Sheffield een menigte vanuit de tribunes plaats, wat leidde tot de dood van 97 fans van Liverpool. De slachtoffers varieerden in leeftijd van 10 tot 67 jaar. De nabijheid van de ramp wordt door velen als een nationale schaamte ervaren, zoals door Kathie Cashell, adjunct-directeur-generaal van het IOPC. Zij merkte op dat de families van de slachtoffers sinds jaar en dag worden teleurgesteld door de manier waarop de zaak is aangepakt.
De verantwoordelijkheidsvragen en de publieke reactie
De politie trachtte aanvankelijk de schuld bij de supporters van Liverpool neer te leggen, onder anderen door te stellen dat zij laat arriveerden, dronken waren en geen tickets hadden. Deze beschuldigingen werden later breed weerlegd, vooral na de in 2016 gehouden nieuwe onderzoeken die aantoonden dat de slachtoffers onwettig waren omgebracht. Het rapport vermeldt dat ook de politie uit West-Midlands betrokken was bij het onderzoek en dat deze veel tekort kwam, onder meer doordat haar onderzoek te beperkt was.
De namen en beschuldigingen van betrokken officieren
Het rapport noemt twaalf officieren die mogelijk voor grof wangedrag hadden moeten worden gesanctioneerd. Onder hen bevindt zich Peter Wright, de voormalig chef van South Yorkshire Police, die probeerde de schuld naar de supporters te schuiven. Hij overleed in 2011. Ook wordt de naam van de dagcommandant, hoofdinspecteur David Duckenfield, genoemd. Hoewel hij in 2019 werd vrijgesproken van grove nalatigheid, blijven vele beschuldigingen in stand. Alle genoemde officieren zijn inmiddels vertrokken uit de politie, wat het mogelijk maakt dat zij niet worden gestraft.
Verwerking en reacties van families en officials
De bekende slachtoffersfamilies uitten teleurstelling over het feit dat, ondanks de rapportage, geen officieren verantwoordelijk worden gehouden. Jenni Hicks, wiens dochters Sarah en Vicki om het leven kwamen, uitte haar frustratie over de lange duur van het proces en stelde dat het rapport weinig nieuws bracht voor de familie. Sommige families blijven cynisch over de veranderingen in de wet, zoals Louise Brookes, die betoogt dat niets zal veranderen zolang de top van politie en overheid zich niet verantwoordelijk voelt.
De politieke en juridische gevolgen
De Britse regering stelde in september de zogenaamde Hillsborough-wet voor, die onder meer een plicht tot openheid bevat voor openbare functionarissen. Desalniettemin uitten enkele familieleden hun wantrouwen, met name over de kans op toekomstige misstanden of het wetsvoorstel. Nicola Brook, jurist namens verschillende families, noemde het resultaat van het onderzoek een ‘bitter onrecht’, omdat het geen daadwerkelijke verantwoordelijkheid oplegt, ondanks dat de waarheid nu erkend is.
De maatschappelijke en symbolische implicaties
De reacties op het rapport variëren van verbijstering tot frustratie. Er wordt benadrukt dat niet alleen politieleden, maar ook andere overheidsfunctionarissen en leiders verantwoordelijk moeten worden gesteld. Bevrijd van de druk en de verantwoording, blijven veel families achter met gevoelens van onrecht en verdriet. Sommigen waarschuwen dat zonder fundamentele verandering in verantwoordelijkheid en transparantie de kans op herhaling groot blijft, en dat de straffeloosheid niet afdoende wordt aangepakt.
De toekomst en de voortdurende zoektocht naar gerechtigheid
Na de publicatie van het rapport hebben verschillende familieleden en vertegenwoordigers hun ongenoegen en zorgen kenbaar gemaakt. Vooral de vraag of politie-officials daadwerkelijk ooit zullen worden gestraft, blijft onbeantwoord. Het nieuwe wetsvoorstel en de voortdurende maatschappelijke discussie onderstrepen dat de zoektocht naar volledige gerechtigheid voor de slachtoffers en hun families nog niet ten einde is.



