USB-C in Nederland: één aansluiting voor alles?
In 2023 dacht men dat USB-C hét antwoord zou zijn op alle kabelproblemen. In bijna elke stad — of je nu in Utrecht woont of Den Haag — kun je inmiddels geen nieuwe telefoon of laptop meer kopen zonder USB-C poort. Europese regelgeving maakte het standaard, onder andere om elektronisch afval te verminderen en gebruikers het leven makkelijker te maken. Iedereen blij? Helaas is de werkelijkheid een stuk rommeliger.
De kabelknoop blijft: hoe kwam dat zo?
Het idee was simpel: al je apparaten met één kabeltype opladen en verbinden. geen wirwar meer van Micro USB, Lightning en rare opladers van obscure merken. Toch heeft USB-C de belofte van uniformiteit op straatniveau — en zelfs thuis aan de keukentafel — niet waargemaakt.
- Niet alle USB-C kabels zijn gelijk: Op papier past alles op alles. Maar probeer op een regenachtige avond in Amsterdam je laptop via een willekeurige USB-C kabel op te laden — kans is groot dat het niet werkt. Sommige kabels bieden alleen stroom, andere alleen data, en slechts een deel ondersteunt snelladen of video.
- Accessoire-jungle: Je merkt het vooral als je probeert een tweedehands monitor aan een splinternieuwe MacBook Air te koppelen. Verschillende standaarden (Thunderbolt, DisplayPort, USB 3.2) — allemaal met datzelfde USB-C uiteinde — maken de winkelkeuze ingewikkeld en soms zelfs frustrerend.
- Kwaliteit verschilt enorm: Goedkope kabels van Blokker of AliExpress werken soms een week. Daarna ontstaan spontaan haperingen — zeker als je met zware bestanden werkt of een Nintendo Switch wilt opladen.
Veranderende technologieën: de schuld van de vooruitgang?
Eerlijk is eerlijk: de technologische ontwikkelingen gaan snel. Samsung, Philips en ASML experimenteren met snellere overdrachten; snelheden van 80 Gbps zijn in 2025 niet zeldzaam meer, maar niet elke oude kabel kan dat aan. Daardoor lijken die dozen vol ‘identieke’ kabels in je la ineens allemaal nét anders van binnen.
Praktische tips om de kabelchaos te overleven
Het is niet (meer) mogelijk om overal één kabel voor te gebruiken. Maar met deze nuchtere adviezen van Nederlandse bodem komt u een heel eind:
- Label uw kabels — een stukje tape met ‘laptop’, ‘telefoon’, ‘data’ kan ellende besparen (en discussie met je partner).
- Investeer in kwaliteit — koop geen USB-C kabels bij de benzinepomp, maar kijk bijvoorbeeld bij Coolblue of MediaMarkt naar gecertificeerde exemplaren.
- Kies bewust voor apparaten met duidelijke specificaties — vraag in de winkel (of zoek het op) of die hippe speaker wel écht snelladen ondersteunt.
- Bewaar de verpakking — klinkt suf, maar die kleine icoontjes op doosjes zijn vaak betrouwbaarder dan wat op de kabel zelf staat.
Wist u dat?
Een typisch Nederlands huishouden heeft anno 2025 gemiddeld 17 verschillende (USB-)kabels in huis. Toch hergebruiken we ze zelden — omdat je nooit zeker weet of ze wél werken. De bekende kringloopwinkels in de Randstad krijgen dagelijks zakken vol oude kabels binnen, amper geschikt voor hergebruik door de verwarring rond standaarden.
Conclusie: het blijft behelpen — voor nu
USB-C heeft veel verbeterd — vooral als u zich de tijd van de 30-pins dockconnectoren nog kunt herinneren. Maar die kabeldoos in de gangkast blijft voorlopig nog even bestaan. Wie overzicht wil, zal slim moeten etiketteren, dubbel moeten checken en zich af en toe neerleggen bij de grillen van moderne elektronica.