De resten van het Spaanse galjoen San José herbergen een schat waar zelfs de meest ervaren duikteams van dromen. Meer dan drie eeuwen na de dramatische ondergang is het wrak eindelijk gelokaliseerd — en dat heeft tot flinke discussies geleid.
Het verhaal begint in juni 1708, bij de kust van Cartagena de Indias (het huidige Colombia). Hier zonk de San José, zwaar beladen met ladingen goud, zilver en edelstenen uit de rijke mijnen van Zuid-Amerika — de geschatte waarde? Ruim 21 miljard dollar, oftewel ongeveer 18 miljard euro op dit moment.
in 2015 maakten Colombiaanse onderzoekers, met inzet van hypermoderne onderwaterdrones en precisie-archeologie, bekend dat het wrak eindelijk was teruggevonden. De beelden maakten indruk — zilveren munten uit 1707, porselein uit het Kangxi-tijdperk (China) en kanonnen met 17e-eeuwse inscripties. Volgens archeologen is er geen enkele twijfel: dit is de legendarische San José, het kroonjuweel van de Spaanse marine.
Waarom de San José zo omstreden is
De vondst van het galjoen was geen ‘eenvoudige zaak’. De San José voer ooit voor de Spaanse overheid, maar kwam in Engelse handen na een zeeslag — volgens bronnen vervoerde het schip toen tientallen miljoenen guldens aan zilver en goud, verzameld in Portobelo (het huidige Panama).
- Spanje claimt dat het wrak als officieel staatsvaartuig onder UNESCO valt, en dus bij Spanje hoort.
- Colombia zegt: het ligt in onze wateren, op 600 meter diepte, dus is het ons cultureel erfgoed.
- En Peru mengt zich er ook nog in, omdat de lading volgens hen uit Lima en Callao kwam — ooit geroofd uit oude inheemse dorpen.
Inmiddels heeft Colombia het wrak tot “cultureel onderwatererfgoed” verklaard. Volgens de UNESCO-conventie mag zo’n vondst niet zomaar uit het water worden gehaald of verdeeld: het is nu vooral een archeologische site, die op de zeebodem bewaakt blijft.
Dit betekent concreet dat het niet langer alleen om de financiële waarde gaat — hoewel die astronomisch blijft — maar ook om het verhaal en de geschiedenis die met deze schat verbonden zijn. Het laat goed zien hoe monumentaal erfgoedwereld en nationale belangen soms haaks kunnen staan op commerciële avonturen.
Waarom dit galjoen de ‘Heilige Graal van de Caraïben’ heet
De San José wordt al jaren “de Heilige Graal van de Caraïben” genoemd — en daar is geen woord aan overdreven. Volgens archiefstukken vervoerde het galjoen zo’n 700.000 peso’s in zilveren munten, aangevuld met goudstaven, smaragden en zeldzaam porselein. Precieze aantallen zijn er nooit gevonden, omdat veel van de lading werd verstrekt door particuliere Spaanse en Zuid-Amerikaanse handelaren.
Wat maakt deze vondst zo bijzonder voor Nederland? Het Caribisch gebied is tenslotte niet ver, zeker als u denkt aan plekken als Curaçao, Aruba of Bonaire. Ook Nederlandse duikers dromen ervan om ooit zo’n wrak te mogen aanschouwen of zelfs te onderzoeken — de impact op historie, cultuur én economie zou enorm zijn.
Praktische lessen uit het verhaal van de San José
- Wettelijke claim op een vondst is niet altijd vanzelfsprekend; internationale regels veranderen snel.
- Cultureel erfgoed gaat steeds vaker boven financieel gewin — het bewaren van kennis en geschiedenis is minstens zo waardevol!
- Nieuwe technologie (de inzet van onderwaterdrones en 3D-scans) opent deuren voor archeologie — wie weet wat er nog meer op de bodem van de Noordzee te vinden is?
Dus — mocht u deze zomer voor Zeeland kiezen of duiken bij Texel: realiseer u dat ook onze eigen zeeën nog geheimen kunnen bevatten. De schat van de San José leert in elk geval één ding: geschiedenis is nooit voorgoed verloren, zolang er mensen zijn die blijven zoeken.
Let op: het kan gebeuren dat zelfs experts per ongeluk iets missen — één muntje uit 1707, en het hele puzzelstuk klopt ineens. Zo blijkt maar weer hoe verrassend de wereld van archeologie en geschiedenis blijft.