Nieuwe maatregelen gericht op presidentiële familie, olietankers en scheepvaartmaatschappijen
De Verenigde Staten hebben recentelijk nieuwe sancties opgelegd die gericht zijn op de familie van de Venezolaanse president Nicolás Maduro, evenals zes olietankers en bijbehorende scheepvaartbedrijven. Deze stap maakt deel uit van een bredere strategie om de druk op Caracas op te voeren, terwijl de Amerikaanse autoriteiten hun invloedssfeer uitbreiden in de regio.
Specifieke doelwitten: familieleden en scheepsactiviteiten
De sancties richten zich onder meer op drie neven van de echtgenote van Maduro, Cilia Flores, en omvatten zes ruwe olie-tankers plus zes scheepvaartondernemingen die met hen verbonden zijn. Deze maatregelen volgen op de voortdurende militaire versterkingen in het zuidelijke Caraïbische gebied en de politieke campagnes van de Amerikaanse president Donald Trump om Maduro uit de macht te zetten.
Sancties tegen betrokkenen van de narcobanden
Franqui Flores en Efrain Antonio Campo Flores, neven van de Venezolaanse eerste dame, zijn beiden onder sancties geplaatst. Zij werden in 2015 in Haiti gearresteerd tijdens een operatie van de Amerikaanse drugsbestrijdingsdienst (DEA), waarbij zij verdacht werden van een grootschalige cocaïnenetwerk. Ze werden in 2016 veroordeeld tot 18 jaar gevangenisstraf, maar werden in 2022 vrijgelaten na een gevangenenruil met Venezuela.
Een derde neef, Carlos Erik Malpica Flores, wordt eveneens gesanctioneerd vanwege vermoedelijke betrokkenheid bij corruptie binnen het staatsoliebedrijf PDVSA.
Amerikaanse acties tegen vermeende drugsschepen
De Verenigde Staten voeren momenteel ook juridische acties uit tegen schepen die zogenaamd drugs vervoerden. Recentelijk werd een door sancties getroffen olietanker bij de Venezolaanse kust in beslag genomen, waarna de VS bevestigden dat het schip werd doorgevoerd naar een Amerikaanse haven. Het daarop geladen olie wordt eveneens in beslag genomen volgens officiële communicatie van het Witte Huis.
Het Amerikaanse ministerie van Financiën heeft sancties opgelegd aan zes scheepvaartbedrijven die Venezolaanse olie vervoeren, evenals zes olietankers. De schepen worden beschuldigd van het gebruik van misleidende en gevaarlijke scheepvaartpraktijken en zouden financiële middelen verschaffen aan Maduro’s vermeende corrupte regime.
Vier van de tankers dragen de vlag van Panama, terwijl de andere twee geregistreerd staan op de Cookeilanden en Hong Kong. Volgens interne documenten van de Venezolaanse staatsoliegigant PDVSA zijn het supertankers die recent olie uit Venezuela hebben geladen.
Reacties en implicaties voor de Venezolaanse regering
De Venezolaanse overheid ontkent sterk enige banden met drugshandel en stelt dat de sancties onderdeel zijn van een poging van de VS om regimewisselingen door te voeren en de controle over de olie-reserves te grijpen. Tijdens een bezoek aan de wijk Pinto Salinas stelde Maduro dat “de imperialisten dachten dat ons volk zou breken, maar niemand is gevallen en niemand zal ooit falen.”
Analisten zoals David Goldwyn, voormalig energie-diplomaat bij het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, benadrukken dat de sancties op de schepen een krachtige intimidatietactiek vormen. Volgens Goldwyn zullen eigenaren van gesanctioneerde schepen nadenken over het verhandelen van Venezolaanse olie uit angst voor verlies van hun schepen. Scheepvaartondernemingen die niet gesanctioneerd zijn, kunnen zich zorgen maken over inspecties of het toekomstige labelen als verdachte.
Consequence en mogelijke impact op olie-export
De impact van de inbeslagname en verdere sancties hangt af van de handhaving door de Verenigde Staten. Experts, onder wie Francisco Monaldi van het Baker Institute aan Rice University, verwachten dat de risico’s voor schepen die uit Venezolaanse wateren vertrekken, toenemen, vooral voor die met shadow fleets of reeds gesanctioneerde schepen. Dit zou kunnen leiden tot lagere olieprijzen voor Venezuela of flexibelere contractvoorwaarden door PDVSA om marktaandeel te behouden, hetgeen ook de uitvoervolumes kan beïnvloeden.
