Een onverwachte doorbraak uit eigen lab: onderzoekers van de Universiteit van Pennsylvania hebben het ooit beruchte Aspergillus flavus omgetoverd tot een hoopgevende bondgenoot tegen kanker.
U heeft vast weleens van de vloek van Toetanchamon gehoord — een mythe die begon toen archeologen in de jaren 1920 de tombe van de Egyptische farao openden en verschillende teamleden snel daarna overleden. decennialang speculeerden artsen: wat veroorzaakte deze mysterieuze sterfgevallen? Niet bovennatuurlijke krachten, maar een venijnige schimmel bleek de boosdoener — Aspergillus flavus. Deze schimmel, berucht om zijn gele sporen en schadelijke effecten op onder meer graan en noten, komt zelfs in Nederlands opgeslagen voedsel voor. Nu, ruim honderd jaar later, staat deze schimmel aan de basis van een van de meest veelbelovende ontwikkelingen in de kankerbestrijding van dit decennium.
De ontdekking: van dodenschimmel tot genezing
In 2025 — het jaar waarin schimmelonderzoek opvallend hip werd dankzij series als “De Schimmeljagers” van BNNVARA — slaagde een internationaal team erin om bepaalde moleculen van Aspergillus flavus te herprogrammeren. Zij ontdekten zogeheten RiPPs (ribosomaal gesynthetiseerde en gemodificeerde peptiden): minibouwstenen van eiwitten, die dankzij een unieke structuur biologische processen kunnen beïnvloeden.
“Zuiveren van deze stoffen is echt precisiewerk,” zegt dr. Qiuyue Nie, hoofdonderzoeker van het team. Het vergde maandenlang sleutelen in het lab — u moet zich voorstellen: minuscule reageerbuisjes vol met gele schimmel, net als in een aflevering van Zembla Groot Onderzoek maar dan in de toekomst!
Hoewel er al duizenden RiPPs bekend waren uit bacteriën, werden ze nu voor het eerst uitgebreid in schimmels als Aspergillus flavus opgespoord. Door genetische analyses wisten onderzoekers precies welke eiwitten verantwoordelijk zijn voor deze stoffen. Schakelden ze de genen uit, dan verdwenen de RiPPs volledig.
Dit onderzoek opent de weg om op vergelijkbare wijze ook andere schimmels te screenen. “Door deze combinatie van biochemie en genetica kunnen we schimmels uit Nederlandse bodem straks veel breder inzetten,” aldus professor Sherry Gao, bio-ingenieur uit het onderzoeksteam.
Wat maakt deze schimmelmoleculen zo bijzonder?
De onderzoekers slaagden erin vier verschillende RiPPs te isoleren. Deze bijzondere moleculen — door de wetenschap omgedoopt tot “asperigimicines” — bestaan uit ingenieus vervlochten ringen. Zodra ze deze asperigimicines lieten samenwerken met menselijke kankercellen, gebeurde er iets spectaculairs: twee van de vier varianten doodden zeer effectief de leukemiecellen.
Nog opmerkelijker: door aan één variant een vetzuur toe te voegen (vergelijkbaar met wat er in de royale jelly voor bijenlarven zit — wie had dat gedacht?), werd deze zo krachtig als ouderwetse geneesmiddelen als citarabine en daunorubicine. U kent deze namen misschien van behandelingstrajecten bij het Antoni van Leeuwenhoek of het Erasmus MC.
Het werkt zo: de asperigimicines stoppen de celdeling van kankercellen op een specifieke manier — ze blokkeren de vorming van microtubuli, soort snelwegen voor celdeling. Goede nieuws: ze laten andere cellen grotendeels met rust. Dit betekent minder bijwerkingen — een zeldzaamheid bij chemotherapie.
Bovendien zijn soortgelijke gencombinaties nu al aangetroffen in andere schimmels. Er lijkt dus een heel arsenaal aan nog te ontdekken medicinale stoffen te liggen wachten, misschien zelfs in het gras bij het Vondelpark of onder een vergeten bak havermout in de keukenkast!
Hoe nu verder? Van lab naar kliniek
Hoopt u binnenkort een pilletje op basis van een Egyptische schimmel bij de Lairesse Apotheek te kopen? Zo ver zijn we nog niet. De asperigimicines worden nu eerst op diermodellen getest, waarna mogelijk klinische studies in Nederland kunnen starten. Experts zijn optimistisch — vooral over de gerichte werking van deze moleculen.
- Praktische tip: Volg de updates van bijvoorbeeld het RadboudUMC of LUMC voor het laatste wetenschappelijke nieuws — wie weet loopt straks een Nederlands ziekenhuis voorop met deze behandeling.
- Wist u dat? Aspergillus komt net zo goed in Groningse graansilo’s als onder de veenbodem van Drenthe voor.
Conclusie: wie had ooit gedacht dat een gevreesde schimmel uit een Egyptische tombe in 2025 op het punt zou staan om een rol te spelen in de moderne geneeskunde? De kans is groot dat we binnen enkele jaren “asperigimicine” als begrip tegenkomen in de Nederlandse gezondheidszorg.
Goed om te weten: schimmels gaven ons al penicilline. Nu zijn ze opnieuw op weg om levens te redden. Niet vloek, maar zegen — dat is de toekomst van Aspergillus flavus.