De Maleisische overheid heeft eerder dit jaar ingestemd met een contract zonder voorafgaande kosten, waarbij het bedrijf Ocean Infinity alleen betaald krijgt als er alsnog wrakstukken van de vermiste vlucht worden gevonden. Volgens dit overeenkomst wordt het Amerikaanse bedrijf betaald met 70 miljoen dollar (ongeveer 53 miljoen Britse ponden) enkel en alleen indien er bewijs wordt gevonden van de vliegtuigwrakstukken.
Nieuwe zoekactie in de Indische Oceaan
Volgens recent officiële mededelingen van het Maleisische ministerie van vervoer zal de grootschalige onderwaterzoektocht naar Malaysia Airlines vlucht MH370, die nu meer dan elf jaar geleden verdween, deze maand worden hervat. De zoektocht wordt geleid door Ocean Infinity, een Amerikaans bedrijf gespecialiseerd in maritieme robotica. De Hudson voor de nieuwe expeditie ligt in de buurt van een gebied dat ongeveer 15.000 vierkante kilometer groot is in de Indische Oceaan.
De zoektocht zal beginnen op 30 december en wordt onderbroken gehouden tussen de periodes, door een maximale duur van 55 dagen. Het doel is om het gebied te bestrijken dat door gegevens van satellieten wordt geïdentificeerd als het meest waarschijnlijke locatie voor het vliegtuig. Deze data laten zien dat het toestel van de geplande route afweek en naar het zuiden van de Indische Oceaan afdaalde, waar vermoed wordt dat het neerstortte.
Situatie rond de verdere zoektocht
Nadat de eerdere pogingen in 2018 zonder resultaat eindigden, werkt Ocean Infinity nu onder een vergelijkbare “no-find, no-fee” regeling samen. De zoektocht in het gebied van de Indische Oceaan werd in april onderbroken door slecht weer, maar wordt nu hervat. Eerder gevonden mogelijke resten van het vliegtuig werden langs de kusten van Oost-Afrikaanse landen en eilanden in de Indische Oceaan, zoals Mozambique, Madagascar en Réunion, vastgesteld.
De internationale zoektocht, onder leiding van Australië, vond geen definitieve resten van het vliegtuig. Toch blijft de zoekactie voortduren, onder meer door de inzet van privébedrijven en de analyse van verstrekte satellietgegevens.
Reacties en internationale steun
De zoektocht wordt gesteund door verschillende landen. Lin Jian, woordvoerder van het Chinese Ministerie van Buitenlandse Zaken, gaf aan dat Peking de inspanningen van Maleisië waardeert. De Maleisische minister van vervoer benadrukte dat de hernieuwde zoekactie een teken is van de inzet van de overheid om de familieleden van de slachtoffers enige afsluiting te bieden.
Daarnaast bleef de inzet van technische middelen en internationale samenwerking essentieel bij het zoeken naar aanwijzingen over de exacte locatie van de vermiste Boeing 777, die op 8 maart 2014 kort na vertrek uit Kuala Lumpur International Airport richting Peking verdween, met 227 passagiers en 12 crewleden aan boord.
