In de buik van een titanosaurus: het verrassende vegetarische diner dat nooit werd gekauwd

Australische onderzoekers troffen uitzonderlijk goed bewaarde plantenfossielen aan in een titanosaurusskelet. Deze ontdekking uit Queensland brengt nieuw inzicht in het eetgedrag van de grootste dinosaurus ter wereld: alleseter, grof doorgeslikt, nauwelijks gekauwd. Wat leert dat ons anno 2025 over dino’s en onze eigen biodiversiteit?

Nieuw bewijs: sauropoden waren échte planteneters

Stelt u zich voor — er duikt na 100 miljoen jaar een bijna compleet skelet op van een titanosaurus in het warme, stoffige Queensland. Geen fantasie: Australische paleontologen van Curtin University ontdekten restanten van een “[vegetarisch banket]” in een dinosaurusbuik. Plantenfossielen die nog nooit zo goed bewaard zijn gevonden, bevestigen nu wat velen al vermoedden: deze reuzen waren uitgesproken herbivoren.

Uniek? Zeker — tot nu toe zijn vrijwel nooit echte dinodarmen gevonden, ondanks ontelbare botten op alle continenten. Niet eerder konden we nú, in 2025, letterlijk zien wat een sauropode op het menu had staan. En het wordt nóg boeiender.

Waarom deze vondst uit Winton zo belangrijk is

Tijdens een geplande opgraving in 2017 stuitten onderzoekers bij het Age of Dinosaurs-museum op “Matilda” — officieel Diamantinasaurus matildae. Forse dame, zo blijkt: schouderhoogte ruim 2,5 meter, lengte dik 16 meter met een nek en staart waar buschauffeurs jaloers op zouden zijn. Maar waar het écht om draaide: een stuk gefossiliseerde darm vol plantenresten — duidelijk een laatste onbeperkt buffet.

  • Coniferentakken en zaden
  • Vruchtlichaampjes van zaadvarens
  • Stukjes bladeren van bloemplanten (angiospermen)

De conclusie? Matilda at alles binnen nekbereik — zonder veel kieskeurigheid of gekauw. Niet verbazen; haar gebit was niet gemaakt voor fijnproeverswerk.

Hoe verteerde een titanosaurus eigenlijk?

Analyse van de plantenfossielen wijst uit: sauropoden sneden hun eten misschien grof af, maar kauwden het nauwelijks. Alles werd in flinke brokken doorgeslikt en de rest was aan hun darmbacteriën. Indrukwekkend, als je beseft hoe groot zo’n maag moet zijn geweest om kilo’s onverteerde varens, naaldbomen én jonge scheuten door te laten.

Chemische markers wezen op zowel angiospermen (bloemplanten) als gymnospermen. Dit ondersteunt het idee dat sauropoden géén anders eten afwezen — ze aten wat voor hun neus groeide. Aan selectief dieet deden ze niet, min of meer het tegenovergestelde van de gemiddelde Randstedelijke vegan anno nu.

Slimme overlevers in het krijt—en vandaag inspiratie

Wat betekent dit voor ons begrip van dino’s (en van grote eters in het algemeen)? Ten eerste: de enorme invloed van sauropoden op prehistorische landschappen was waarschijnlijk nóg groter dan gedacht. Een hongerige Matilda verstouwde op een doorsneedag waarschijnlijk méér planten dan de complete botanische voorraad van de Hortus in Leiden.

Daarnaast komt deze vondst precies op tijd. In een periode waarin biodiversiteit centraal staat — Denk aan projecten van Wageningen Universiteit — blijkt: miljoenen jaren geleden evolueerden de eerste bloemplanten en sauropoden schoven zonder aarzeling aan. Dat snelle aanpassen is misschien wel het grootste talent van deze reuzen.

Wat weten we (nog) niet?

Laten we eerlijk zijn — deze dino’s gaven in hun tijd net zo weinig prijs als Ajax over nieuwe transfers. Is het gevonden diner een doorsnee maaltijd? At een jonge sauropode anders dan een volwassen? Of veranderde hun “menu” volgens het seizoen, net als de kaart bij De Kas in Amsterdam? Jonge dino’s aten waarschijnlijk vooral wat laag bij de grond groeide — later bood hun lengte meer keus. Maar zekerheid? Die is er niet.

Lessen voor nu

  • Zeker weten is zeldzaam. Fossielen geven momentopnames — geen volledige menukaarten.
  • Onbeperkt buffet, weinig kieskeurig zijn — dat werkt soms prima, als je groot wilt groeien.
  • Samenwerking is alles. Zonder goede darmflora hadden deze reuzen het niet volgehouden.

Wie weet inspireert het onderzoek naar dinosauriërdarmen straks zelfs lokale boeren: wie groot denkt, moet niet altijd moeilijk doen over nieuwe planten. Misschien wordt het tijd dat er een Matilda-kroket bij FEBO komt — op basis van varens, natuurlijk.

Wist u dit al?

  • De meeste dino-maaginhoud die we vinden, is puur gips of mineraal — maar ditmaal zijn zelfs microscopische plantendelen zichtbaar.
  • De gebruikte analysemethoden komen deels uit forensisch ecologisch onderzoek, en worden ook toegepast door het NFI in Den Haag.
  • Coniferen zijn vandaag nog steeds dominant in delen van de Veluwe. Best een gedachte waard, tijdens een herfstwandeling.

Tot slot

Deze vondst bewijst: zelfs 100 miljoen jaar later kunnen we leren van een uitbundig, vegetarisch dinodiner. Honger gekregen naar meer? Misschien vindt de volgende generatie paleontologen straks nóg spectaculairdere diepvriesdinomaaltijden — in Limburg, of desnoods onder station Blaak.

admin
admin

Pim de Vries is een nieuwsgierige onderzoeker die verbluffende feiten en wetenswaardigheden uit de hele wereld verzamelt. Hij maakt complexe onderwerpen begrijpelijk en inspirerend voor iedereen.

Artikelen: 320