Het lijkt wel hoogseizoen voor kleine zwarte insecten — ze vliegen deze weken volop rond in onze tuinen en parken. Maar niet elke zwerm is hetzelfde! Waar moet u op letten en, nog belangrijker, hoe houdt u uw planten veilig?
Wat zijn die zwarte beestjes eigenlijk?
kijkt u weleens verschrikt naar die kleine, zwarte gevleugelde vliegjes op uw rozen of hortensia? In juni en juli verschijnen ze ineens massaal: bladluizen, fruitvliegjes, af en toe een miniwesp. In grote delen van Nederland, van de Achterhoek tot Rotterdam-Zuid, zien bewoners het verschil vaak niet meteen. Toch zitten er juist tussen die beestjes net dat verschil in wat schadelijk is voor uw tuin — en wat niet.
Bladluizen, in het bijzonder, richten zich graag op jong blad en bloemknoppen. Voor mensen ongevaarlijk — voor planten kunnen ze een hardnekkig probleem vormen. Dus, hoe pakt u deze plaag doeltreffend én vriendelijk aan?
Natuurlijk aan de slag: tips van een expert
Het is heel normaal als u lichte paniek voelt wanneer het favoriete perk met zwarte puntjes overdekt raakt. Gelukkig: het is zelden reden tot grote zorgen. Juist de warme zomer is ideaal voor bladluis — geen roofdieren zoals lieveheersbeestjes? Dan breiden ze zich razendsnel uit.
- Snel ingrijpen: merkt u gekrulde en verzwakte bladeren? Handel dan gelijk. “De populatie van bladluizen kan binnen enkele dagen exploderen,” zegt Marthe Kuipers, hovenier in Utrecht.
- Zelf een natuurlijke spray maken: meng zachte groene zeep met een beetje koudgeperste neemolie (vaak verkrijgbaar bij de Tuinen of Ekoplaza). Ook een extract van brandnetel of een knoflookaftreksel werkt uitstekend.
- Niet te veel: te vaak sproeien kan óók natuurlijke vijanden als lieveheersbeestjes en zweefvliegen verjagen.
“Zoveel mogelijk het natuurlijke evenwicht respecteren, dat is echt de truc,” stelt Kuipers. kolken de beestjes toch door, dan is een dag later bespuiten altijd nog mogelijk — maar voorkomen is hier méér waard dan genezen.
De kracht van biodiversiteit in uw tuin
Bram de Vries, insectenkenner en betrokken bij Natuurmonumenten, roept tuiniers juist op tot wat terughoudendheid. “Ziet u op sierstruiken kleine zwermen, grijp dan niet direct naar elke beschikbare remedie. Vaak duurt de piek hooguit een week of twee: wachten op meer lieveheersbeestjes of zweefvliegen is voldoende voor evenwicht.”
Bram adviseert verder om ‘natuurhoekjes’ te creëren. Hoe dan?
- Laat spontaan wat brandnetel staan
- Maak een mini-houtwal of leg een stapeltje takken neer
- Creëer een waterplek — al is het maar een oude emmer met regenwater
Die ‘wildetuintruc’ zien we steeds vaker terug in buurttuintjes in Amsterdam maar ook op het Friese platteland. Het trekt natuurlijke vijanden aan — precies wat u wilt!
Niet alles wat zwart is, is bladluis
[IMAGE4]
Waarom lijken er deze zomer zoveel verschillende kleine zwarte insecten rond te vliegen? Volgens Bram de Vries komt het vooral door het natte en warme weer. “In zulke periodes explodeert de populatie bladluis en vliegjes. Vaak worden ze verward — maar veel zwart vliegspul rond lampen in Utrecht of op de gevel in Groningen zijn gewoon onschuldige dansmuggen.”
wanneer u ineens een wolk kleine insecten tegenkomt: geen paniek. In de stad lijkt het soms alsof straten vollopen, maar meestal trekt de zwerm na enkele uur of dagen gewoon vanzelf weg. Het is het bewijs van een gezond ecosysteem — zelfs in onze betonnen steden!
Praktisch: zo grijpt u gezond én snel in
- Controleer planten iedere paar dagen — wees er vroeg bij
- Gebruik alleen natuurlijke middeltjes en spaar natuurlijke vijanden
- Creëer schuilplaatsten voor nuttige insecten
- Bij groenteteelt? Sproei alleen wanneer het écht moet! Beter een beetje frisse lucht dan chemische producten
Zijn uw planten toch aangevallen? Geen nood — met bovenstaande tips beschermt u het groen vlot en milieubewust. En die dansmuggenwolken? Gewoon even een stapje opzij doen. Dat is natuur in actie, zelfs op de hoek van de Ceintuurbaan.
