Het incident en de beslissing
Ontwikkelingen en onderliggende problemen
Inlichtingen uit Nederland
Contradicties tussen politiespectieven
De politie in Birmingham beweerde dat zij geen grote groepen supporters van Maccabi had gezien die moslimgroepen provocerend aanpakten. Zij voegden toe dat provocaties van beide kanten kwamen, en dat alles zich in het centrum van Amsterdam afspeelde. Hetzelfde geldt voor de beschuldiging dat supporters mensen in de rivier hebben geduwd; die zaken werden wel bewezen voor vijf personen in Amsterdam, maar er is geen strafmaatregel tegen Israëlische fans vastgesteld ondanks beschuldigingen van Portie aanvallen van hen.
De verklaring van de Amsterdamse politie
Tijdens een videogesprek in de eerste week van oktober bespraken de Nederlandse en Britse politie de risico’s van Maccabi-supporters bij een wedstrijd in Birmingham. De Amsterdamse politie maakte duidelijk dat 500 tot 800 supporters de stad zouden bezoeken. Volgens hun rapport waren de supporters georganiseerd en bereid tot confrontaties, vergelijkbaar met andere ultra-groepen in Europa. Ook zijn er incidenten beschreven zoals het gooien van stenen op taxi’s, en het gebruik van metalen staven en stenen door supporters die smallere groepen actief op zoek gingen naar personen die zij als Israelisch, Joods of Maccabi-aanhang beschouwden.
Het rapport vermeldt ook dat supporters “offensieve, racistische uitingen” shijn in het Hebreeuws maakten, die bij de supportersgroep werden gehoord. Na de wedstrijd richtten kleine groepen supporters zich op pro-Palestijnse demonstranten die als Israelisch of Maccabi-supporters werden geïdentificeerd. Volgens het rapport begonnen rond 23.55 uur aanvallen op supporters van Maccabi op Dam Square, gevolgd door honderden incidenten in het centrum van de stad. De politie geconfronteerd met groepen die zich snel bewogen en zich bij verschillende middelen verplaatsten, zoals scooters en taxi’s, kon niet snel ingrijpen. De situatie verschilde daardoor van eerdere confrontaties.
Omdat bronnen rapporteren dat de supporters ook werden weggezet als gevaar voor de Joodse bevolking en toeristen, wurden de politie-inzet en de dreiging verder onderzocht. Hoewel een document van West Midlands Police melding maakt van bewijs voor het aanzetten tot aanvallen op Joodse supporters, blijken de in Amsterdam gehouden onderzoeken en de politie-inzichten hierin niet alom overeen te stemmen.
De Nederlandse politie bevestigde dat over de inzet van 1.200 agenten in plaats van de gepresenteerde 5.000, wat vragen oproept over de inschatting van gevaar en de beoordeling van de dreiging door de Britse politie. De zaak leidt tot nieuwe vragen over de manier waarop supportersgroepen worden ingeschat en behandeld door de autoriteiten.
Politieke en publieke reactie
