Een innovatief Duits-Amerikaans project gaat in 2026 betonnen bollen van 400 ton voor de Californische kust afzinken. Doel? Zonne- of windenergie langdurig opslaan, zonder dat er één gram lithium aan te pas komt. De toekomst van energieopslag lijkt zich steeds meer te verplaatsen naar de zeebodem. Onderzoekers van het Fraunhofer IEE en hun Amerikaanse partners werken aan een primeur: een holle betonnen bol van negen meter doorsnee, die op ruim 600 meter diepte voor de Westkust verankerd wordt. De missie: overtollige stroom van offshore windparken tijdelijk opslaan — alsof het een gigantische batterij is, maar dan eentje die wel 60 jaar meegaat.
Hoe werken die betonnen bollen en waarom zijn ze duurzamer dan lithiumbatterijen?
De technologie heet Stored Energy at Sea (StEnSea) en werkt volgens hetzelfde principe als een traditioneel waterkracht-opslagsysteem, maar dan omgekeerd en op zee. Als er veel stroom over is, pompen krachtige pompen het water uit de bol naar buiten. binnen ontstaat een vacuüm — de bol is ‘geladen’. Als er later stroom nodig is, stroomt het water weer naar binnen via een turbine en wekt zo tot 0,5 MW op, net zolang tot de bol vol is.
Per cyclus levert zo’n bol 0,4 MWh op: genoeg om een gemiddeld Nederlands gezin twee weken van stroom te voorzien. forse upgrade vergeleken met huishoudbatterijen op zolder.
De voordelen? U heeft geen dure metalen zoals lithium nodig, er ontstaat geen toxisch afval en de bol blijft tienduizenden laad-/ontlaadcycli functioneel. batterijen elke vijf jaar vervangen – dat wordt verleden tijd.
StEnSea-pilot in cijfers: vermogen, capaciteit en planning
- Diameter bol: 9 meter, gewicht 400 ton
- Operatie op 500-600 meter diepte
- Opbrengst: 0,5 MW per oplaadcyclus (0,4 MWh)
- Levensduur bol: 50-60 jaar; pomp en turbine: circa 20 jaar
- Start installatie: tweede helft 2026
- Budget: 3,4 miljoen euro (Duitse overheid), 4 miljoen dollar (Amerikaans DOE)
Het prototype mikt niet op megasteden, maar wil vooral bewijzen dat opschaling werkt. Als dit lukt, volgen grotere bollen van wel dertig meter doorsnee, die tientallen megawatturen kunnen bergen.
Technische eisen, kosten en toekomstbestendigheid — wat moet u weten?
Om de bol efficiënt te laten werken, zijn drie zaken cruciaal:
- Diepe oceanen dicht bij de kust (zoals voor IJmuiden)
- Elektrische koppeling met windparken op zee of zonnevelden op land
- Milieuvergunningen die verzekeren dat lokale visserij en natuur niet lijden
Qua kosten: het prototype kost zo’n 500 euro per kWh opslagvermogen. Dat lijkt stevig — maar door de enorme levensduur en afwezigheid van prijzige grondstoffen daalt de uiteindelijke kostprijs naar circa 0,06 euro per kWh. Dat is concurrerend met ouderwetse waterkrachtpompen.
StEnSea in de energietransitie: meer schone stroom, minder CO₂
Fraunhofer schat het wereldwijde potentieel op zo’n 820.000 GWh. Ter vergelijking: de tien beste Europese locaties samen zouden vier keer de totale capaciteit van Duitse waterkrachtcentrales kunnen halen. dat is flink wat wind- en zonnestroom die níet verloren gaat.
Belangrijkste voordelen op een rij:
- Binnenlandse energie-opslag, volledig zonder lithium
- Direct koppelbaar met windparken van Eneco, Vattenfall en in de toekomst zelfs fusiecentrales
- Minimaal onderhoud: turbine en pomp na 20 jaar vervangen én weer door
- Levensduur die gelijk opgaat met windmolens zelf – dus minder operationele kosten op termijn
Mocht de pilot bij Californië slagen, dan kunnen we in de Noordzee en bij IJmuiden straks misschien eigen ‘energie-bollen’ zien drijven. schone stroom, dag en nacht — wie wil dat nu niet?