Paleontologen van het New York State Museum hebben, samen met het Albany Medical Center, met geavanceerde CT-technologie een zeldzaam dinosaurus-ei en de schedel van een reuzenbever onderzocht. Wat ze ontdekten, verandert hoe we kijken naar het verre verleden van onze planeet.
Deze samenwerking tussen onderzoekers – van bioloog tot medisch technicus – laat precies zien waarom moderne wetenschap draait om het samenbrengen van verschillende vakgebieden. Door het inzetten van medische beeldvormingsapparatuur voor archeologisch onderzoek, zijn er de afgelopen tijd vondsten gedaan waar we tien jaar geleden alleen van hadden kunnen dromen.
Het mysterie van het hadrosaurus-ei: wat vertelt 80 miljoen jaar oud leven ons?
Het onderzochte ei is waarschijnlijk afkomstig van een hadrosauriër, óók wel ‘eendenbekdinosaurus’ genoemd. in het late Krijt liepen deze giganten rond, niet alleen in Azië – waar ze vermoedelijk vandaan komen – maar ook in Noord-Amerika. Dit ei, tussen de 70 en 80 miljoen jaar oud, geeft ons een unieke inkijk in hoe deze dieren zich voortplantten.
De CT-scan liet geen definitief embryo zien. Dat is jammer, maar niet vreemd: het verschil in dichtheid binnenin het fossiel was nét te klein. Toch levert de scan nieuw bewijs: het ei is mooi intact gebleven en er is een kleine interne holte zichtbaar. Wat hier precies in zit, blijft voorlopig een raadsel. De komende maanden duiken wetenschappers er verder in – hopelijk volgt er een opzienbarend vervolg.
Dat het onderzoek naar hadrosauriërs springlevend is, bewijst een Mongoolse vondst van vorig jaar. Daar werd een hadrosaurusafdruk gevonden van zo’n 90 centimeter doorsnee – dat is bijna een halve fietswiel. Elk nieuw detail brengt ons dichter bij antwoorden op vragen over hun leefgebied, ouderschapsgedrag en misschien zelfs hun uiteindelijke uitsterven.
De schedel van Castoroides ohioensis: Noord-Amerika’s grote, uitgestorven bouwmeester
Het tweede fossiel dat onderzocht is, stamt van de reuzenbever Castoroides ohioensis. Dit ‘beest’ uit het Pleistoceen was qua grootte te vergelijken met een zwarte beer. In de collectie van het New York State Museum bevindt zich de allereerste wetenschappelijk beschreven schedel van deze soort – voor onderzoekers een absolute topvondst.
De CT-analyse onthult steeds meer over het dieet, het gedrag en de evolutie van deze reuzenbever. De soort verdween vermoedelijk 10.000 jaar geleden, waarschijnlijk door klimaatverandering en het verdwijnen van zijn leefgebied. Deze inzichten zijn minder ‘ver van ons bed’ dan je zou denken: ze geven waarschuwingen af over de effecten van snel veranderende omgevingen, ook in 2025.
Dr. Robert Feranec, hoofd onderzoek bij het museum, benadrukt hoe deze scans nieuwe lagen kennis blootleggen, bijvoorbeeld over hoe deze dieren zich voortplantten en groeiden. Met elke CT-dataset groeit de kans op verrassende onthullingen over het leven tijdens de ijstijden.
Samenwerken loont: paleontologie, technologie en onderwijs hand in hand
Het succes van dit type onderzoek bewijst nog maar eens de kracht van interdisciplinaire samenwerking. Het New York State Museum en het Albany Medical Center zetten samen een nieuwe standaard – wie had gedacht dat medische CT-scans nu bijdragen aan geologische én educatieve doorbraken?
De verkregen inzichten vormen een bron voor wetenschappers, musea én scholen. Michael Mastroianni, interim vicecommissaris voor cultureel onderwijs, ziet het zo: deze data worden blijvende katalysatoren voor onderzoek en publieke kennisdeling. De vondsten inspireren, of je nu fossiele gevondene bent, biologiedocent in Utrecht of young professional met een passie voor natuurhistorie.
Wat brengt de toekomst van paleontologisch onderzoek?
De komende tijd zal het onderzoek aan zowel het dinosaurus-ei als de beverschedel vast en zeker leiden tot nieuwe inzichten – over hoe oude dieren leefden, zich voortplantten en hun leefwereld aanpasten. Dankzij technologie als de CT-scan bekijken we fossielen nu laagje voor laagje – tot op het niveau van minieme structuren. Beter bewaren, nauwkeuriger leren, dat is waar we heen gaan.
Hopelijk moedigt dit soort projecten ook Nederlandse musea – zoals Naturalis in Leiden – aan om vaker medische technologie te lenen bij partners als het Erasmus MC of het Amsterdam UMC. Wie weet, ligt er ergens in een depot in Groningen een fossiel te wachten dat onze kijk op de Nederlandse ijstijd radicaal verandert.
Wat denkt u: welke geheimen liggen er nu nog verstopt in museumcollecties binnen en buiten Nederland? Misschien wachten er nog ontdekkingen die ons hele beeld van het verleden op z’n kop zullen zetten…